Maastrichtse coffeeshopeigenaren waarschuwen deze week dat een verbod voor toeristen kan leiden tot meer straathandel. In Amsterdam speelt dezelfde discussie over het weren van niet-inwoners uit coffeeshops, vooral in stadsdeel Centrum. Burgemeester Femke Halsema en het college bekijken dit als maatregel tegen drukte en overlast rond de Wallen. De vraag is wat dit betekent voor de hoofdstad en voor bewoners en ondernemers in de binnenstad.
Amsterdam weegt toeristenverbod
In Amsterdam ligt het zogeheten I-criterium op tafel: coffeeshops verkopen dan alleen aan inwoners van Nederland. Het doel is minder overlast van bezoekers in de drukste delen van de stad, zoals de Wallen en het Rembrandtplein. Het stadsbestuur ziet het als één van de opties naast bestaande regels. Daarbij gaat het om maatregelen voor openbare orde en leefbaarheid in het centrum.
Er is op het moment van schrijven geen definitief besluit genomen over een toeristenverbod in coffeeshops. De gemeenteraad wil duidelijkheid over de effecten op veiligheid en handhaving. Ook vraagt de raad naar de gevolgen voor ondernemers en voor andere stadsdelen. Pas daarna volgt een politieke keuze.
De gemeente heeft al stappen gezet tegen uitgaansoverlast in het centrum. Zo geldt een avondlijk rookverbod van cannabis op straat rond de Wallen en zijn sluitingstijden aangescherpt. Verder loopt de Stay Away-campagne om hinderlijk gedrag van bezoekers te verminderen. Die combinatie moet rust brengen in smalle straten en woonbuurten.
Amsterdam telt ruim 160 coffeeshops, met een hoge concentratie in stadsdeel Centrum. Een groot deel van de klanten bestaat uit toeristen, vooral in en rond de binnenstad. Een verbod raakt dus vooral de drukste winkel- en uitgaanslinten. Dat vraagt om duidelijke regels en uitvoerbare controles.
Ervaringen Maastricht als les
In Maastricht geldt het I-criterium al jaren, bedoeld om drugstoerisme te verminderen. In de beginperiode nam de straathandel toe en waren extra controles nodig. Coffeeshopeigenaren daar waarschuwen dat een verbod de vraag niet wegneemt, maar verplaatst. Dat risico is relevant voor Amsterdam, waar al straatdealers actief zijn.
“Dealers staan hier klaar.”
De les uit de grensregio is dat handhaving en bereikbare legale verkoop samenhangen. Als legale toegang dichtgaat, ontstaat ruimte voor illegale verkopers. Dat kan ook harddrugs aantrekken en de veiligheid verslechteren. De hoofdstad wil juist die vermenging voorkomen.
Voor Amsterdam betekent dit dat beleid en uitvoering hand in hand moeten gaan. Zonder extra toezicht kan een verbod de druk op stegen en pleinen vergroten. Politie en handhavers zullen dan meer capaciteit nodig hebben. Dat kost tijd, geld en planning.
Effect op stadsdeel Centrum
Een toeristenverbod zou in de praktijk beginnen bij deurbeleid en identiteitscontroles in coffeeshops. Ondernemers in de Burgwallen en rond de Nieuwmarkt zouden dat moeten uitvoeren. Handhavers van de gemeente en politie controleren vervolgens op straat. Zo’n keten vraagt om duidelijke afspraken en vaste inzet.
Rond de Damstraat, Warmoesstraat en het Damrak is de drukte het grootst. Bij verschuiving naar straathandel kan de overlast uitwaaieren naar woonstraten. Denk aan Lastage, Nieuwmarktbuurt en de randen van de Grachtengordel. Bewoners vrezen dan extra geluid, afval en onveiligheidsgevoel.
De dienst Openbare Orde en Veiligheid werkt al met hotspot-handhaving en cameratoezicht. Een nieuw regime vergt meer toezicht in de late avond en nacht. Ook vraagt het om snelle opvolging van meldingen bij 14020 en 112. De inzet moet langdurig en zichtbaar zijn om effect te hebben.
Daarmee komen extra kosten in beeld voor BOA’s, politie-inzet en communicatie. Het stadsdeelbestuur wil geen waterbedeffect naar omliggende buurten. Spreiding van drukte is geen oplossing als de overlast meeverhuist. De randvoorwaarde is dus: eerst handhaving op orde, dan pas zwaardere regels.
Ondernemers en bewoners verdeeld
Veel bewoners van het centrum willen minder massatoerisme en nachtlawaai. Organisaties zoals de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad pleiten voor rust en ruimte. Voor hen kan het I-criterium een middel zijn. Ze vragen de gemeente om meetbare doelen en een duidelijke evaluatie.
Coffeeshopondernemers vrezen echter een groei van de illegale markt. Zij wijzen op het risico dat softdrugs en harddrugs meer vermengen op straat. Hun voorkeur is strikte handhaving op dealers en heldere regels voor verkoop. Ook vragen ze om realistische controles zonder wachtrijen op de stoep.
De horeca en hotels in het centrum vragen voorspelbare regels voor bezoekers. Zij willen geen plotselinge veranderingen midden in het hoogseizoen. Duidelijke communicatie naar toeristen is daarom belangrijk. Dat voorkomt misverstanden aan de deur en op straat.
Het stadsdeel Centrum organiseert regelmatig bewonersavonden en gebiedstafels. Daar kunnen bewoners en ondernemers zorgen en ideeën delen. Het college belooft de gemeenteraad te informeren over uitkomsten en varianten. Zo krijgt het debat ook lokale inbreng per buurt.
Alternatieven in de hoofdstad
Naast een toeristenverbod zijn er andere opties tegen overlast. De gemeente kan openingstijden verder aanscherpen en het straatrookverbod uitbreiden. Ook kan het aantal coffeeshops in de drukste straten stap voor stap omlaag. Spreiding buiten het 1012-gebied is een andere route, met goede handhaving.
De nationale wietproef regelt de keten van teelt tot verkoop, maar Amsterdam doet niet mee. Het college pleit wel voor landelijke regels die de illegale markt verkleinen. Een stabiele, gecontroleerde aanvoer kan straathandel minder aantrekkelijk maken. Dat past in het veiligheidsbeleid voor de binnenstad.
Gerichte handhaving blijft cruciaal, vooral rond stations en uitgaanspleinen. Denk aan het Centraal Station, de Zeedijk en het Leidseplein. Snelle afdoening van straatdealen en gebiedsverboden helpen zichtbaar. Buurtteams en straatcoaches kunnen escalatie vroeg signaleren.
De komende maanden werkt de gemeente scenario’s uit en bespreekt die met de raad. Er volgt een afweging tussen effect op overlast, uitvoerbaarheid en kosten. Bewoners en ondernemers kunnen hun mening geven via stadsdeeloverleggen. Pas daarna valt een besluit over het beleid in Amsterdam.

