Wethouder Wonen Reinier van Dantzig (D66) wil 3.000 extra studentenwoningen bouwen in Amsterdam. Het plan richt zich op locaties bij campussen van de HvA en de UvA, vooral in stadsdeel Oost en Amsterdam-Zuidoost. De gemeente werkt dit de komende tijd uit met onderwijsinstellingen en woningcorporaties. Doel is de druk op de woningmarkt te verlagen en studeren in de hoofdstad betaalbaar te houden.
Plan studentenhuisvesting Amsterdam 2025
De gemeente wil met 3.000 nieuwe studentenkamers de huidige schaarste aanpakken. Studenten wachten vaak lang op een kamer en betalen hoge huren in de vrije sector. Met extra aanbod moet de doorstroming verbeteren, zodat eerstejaars sneller een plek vinden. Dat helpt ook om reguliere huurwoningen minder te belasten.
Volgens het stadsbestuur is de bouw van studentenkamers een snelle manier om veel betaalbare woonruimte toe te voegen. Kleine studio’s en gedeelde woonvormen passen in compacte bouwprojecten. Zo kunnen per locatie veel studenten terecht, dicht bij onderwijs en openbaar vervoer. Op het moment van schrijven is Reinier van Dantzig wethouder Wonen en trekt hij dit dossier.
De gemeente koppelt het plan aan bredere doelen voor wonen en onderwijs in de stad. Amsterdam wil een leefbare, bereikbare en betaalbare studentenstad blijven. Extra kamers moeten ook internationale studenten beter opvangen. Zo worden piekdrukte en illegale kamerverhuur in buurten beperkt.
Locaties bij HvA en UvA
De gemeente kijkt naar plekken rond de Amstelcampus (Wibautstraat, stadsdeel Oost) en het Science Park (Oost). Ook locaties in Zuidoost, nabij de Johan Cruijff ArenA en het AMC, liggen voor de hand door de ov-verbindingen. In Noord en rondom Sloterdijk (West) worden eveneens kansen onderzocht. Belangrijk is dat voorzieningen als supermarkten en fietsparkeren op orde zijn.
Samenwerking met de HvA en de UvA moet leiden tot slimme inpassing op of naast de campus. Studenten reizen dan minder ver, wat druk op tram, metro en fietsstraten verlaagt. De gemeente benadrukt dat gemengde buurten de voorkeur hebben. Dat betekent: niet alleen studententorens, maar ook plekken voor starters en maatschappelijke functies.
Tijdelijke bouw kan helpen om sneller meters te maken. Flexibele woonblokken zijn sneller te plaatsen en later te verplaatsen. Zo kan Amsterdam gaten in de markt opvangen terwijl grotere gebiedsontwikkelingen lopen. De stad gebruikt daarbij grond van de gemeente of herontwikkelt verouderde kantoorlocaties.
Betaalbare huren en campuscontract
De extra kamers moeten betaalbaar zijn voor studenten met een studielening of bijbaan. De gemeente stuurt daarom op sociale en middeldure huur. Ook worden servicekosten en energielasten beperkt door zuinige gebouwen. Dat scheelt in de maandlasten en maakt huren voorspelbaarder.
Veel studentenwoningen krijgen een campuscontract. Dat betekent dat je de woning binnen een jaar na afstuderen verlaat. Zo ontstaat doorstroming en komt de kamer vrij voor nieuwe studenten. De gemeente wil misbruik aanpakken met strenger toezicht op inschrijvingen en bewoning.
Woningcorporaties en studentenhuisvesters beheren een groot deel van dit type woningen. Zij hebben ervaring met beheer, huismeesters en leefbaarheidsregels. Studentenorganisaties in Amsterdam vragen al langer om genoeg en betaalbare kamers. Met dit plan wil de gemeente die vraag concreet beantwoorden.
Doel van het stadsbestuur: 3.000 extra studentenwoningen in Amsterdam in de komende jaren.
Vergunningen en planning stad
Voor elk bouwproject zijn vergunningen en buurtgesprekken nodig. Onder de Omgevingswet vraagt de gemeente een omgevingsvergunning aan en legt plannen voor aan de stadsdeelcommissie. Bewoners kunnen meedenken over hoogte, inrichting van de straat en fietsplekken. Dat moet de inpassing in Oost, Zuidoost en andere wijken verbeteren.
De dienst Ruimte en Duurzaamheid, die bouwplannen voorbereidt, werkt met Grond en Ontwikkeling aan kavelkeuzes. Daarbij wordt gekeken naar bereikbaarheid, geluid en sociale veiligheid. Ook afspraken met het GVB over ov-capaciteit horen daarbij. Zo blijft de stad goed bereikbaar tijdens en na de bouw.
De gemeente wil procedures versnellen waar dat kan, vooral bij tijdelijke bouw. Tegelijk let het stadsbestuur op kwaliteit en duurzaamheid. Nieuwe gebouwen moeten energiezuinig zijn en voldoende gedeelde voorzieningen hebben. Denk aan studieruimtes, wasserettes en veilige fietsenstallingen.
Effect op buurten en voorzieningen
Meer studenten betekenen meer levendigheid en klandizie voor lokale ondernemers. Horeca en winkels rond de Wibautstraat, het Science Park en in Zuidoost kunnen profiteren. Tegelijk vragen bewoners om duidelijke regels rond geluid en afval. De gemeente belooft extra beheer, huismeesters en goede afvalinzameling.
Fietsparkeren is een punt van aandacht in drukke straten. Nieuwe complexen krijgen daarom grote stallingen en deelmobiliteit. Dat ontlast de stoep en houdt straten in Oost en Zuidoost begaanbaar. Bij grotere projecten komen ook nieuwe stoepen, groen en straatverlichting.
Buurtbijeenkomsten moeten zorgen voor draagvlak en maatwerk. Bewoners kunnen wensen en zorgen delen over verkeer, veiligheid en openbare ruimte. Het college van B en W legt eindelijke besluiten voor aan de gemeenteraad. Daarna kan de bouw starten zodra de vergunningen rond zijn.
- Wat verandert er: plan voor 3.000 extra studentenwoningen in Amsterdam.
- Waar: vooral rond Amstelcampus, Science Park en locaties in Zuidoost; ook kansen in Noord en Sloterdijk.
- Wanneer: uitwerking de komende jaren, met inzet op versnellen via tijdelijke bouw.
- Waarom: druk op de woningmarkt verlagen en studeren betaalbaar houden.